Wintertijd, de klok gaat terug

Hoe help je je kind soepel door de klokverandering?

Wanneer de klok eind oktober een uur terug gaat, lijkt dat voor veel volwassenen goed nieuws: een uurtje extra slapen!
Maar voor baby’s en jonge kinderen werkt het vaak nét anders. Hun biologische klok weet namelijk niets van wintertijd of zomertijd. En dat kan tijdelijk voor wat onrust zorgen in het ritme van slapen en waken.

Wat gebeurt er tijdens de overgang naar wintertijd?

In de nacht van zaterdag op zondag wordt de klok om 03.00 uur teruggezet naar 02.00 uur. Dat betekent dat het in de ochtend eerder licht is – en in de avond eerder donker. Voor jonge kinderen, die hun ritme vooral afstemmen op licht, voeding en routine, kan dat even verwarrend zijn.

Hun interne klok (het circadiane ritme) bepaalt wanneer ze zich slaperig of juist alert voelen. Die klok past zich niet in één dag aan een nieuw tijdschema aan. Daardoor kan je kindje tijdelijk een uur eerder wakker wordenmoe lijken op het “oude” bedtijdstip of wat korter slapen.

Waarom is dit vooral lastig voor baby’s en peuters?

Baby’s en jonge kinderen hebben nog een gevoelig slaap-waakritme. Hun lichaam reageert sterk op kleine veranderingen in licht, geluid, temperatuur en routine. Waar volwassenen de verschuiving van een uur vaak nauwelijks merken, kan een kindje er enkele dagen tot een weekover doen om volledig te wennen aan de nieuwe tijd.

Hoe kun je je kind helpen?

Gelukkig kun je de overgang naar wintertijd goed begeleiden. Hier zijn een paar bewezen strategieën die ik als slaapcoach vaak aanraad:

1. Bouw het ritme geleidelijk om

Begin een paar dagen vóór de overgang met kleine stapjes:

  • Verplaats bedtijd, maaltijden en dutjes elke dag 10–15 minuten later.

  • Na 4 à 5 dagen zit je vanzelf op het nieuwe schema. Zo help je het lichaam van je kind om rustig mee te verschuiven.

2. Gebruik licht en donker in je voordeel

  • Laat ’s ochtends veel daglicht binnen zodra jullie opstaan.
    Dit helpt de biologische klok zich aan te passen aan de nieuwe tijd.

  • Maak het ’s avonds juist donker en rustig, zodat het lichaam melatonine (het slaaphormoon) kan aanmaken.

3. Houd routines vast

Vaste bedtijdrituelen – zoals een badje, pyjama, verhaaltje of slaapliedje – geven houvast.
Zelfs als de klok verandert, voelt het ritueel vertrouwd en voorspelbaar. Dat helpt om makkelijker in slaap te vallen.

4. Wees flexibel en mild

Sommige kinderen hebben één nacht nodig om te wennen, anderen een paar dagen. Dat is normaal. Probeer te voorkomen dat je gefrustreerd raakt als het even niet “loopt”. Rust, geduld en voorspelbaarheid zijn het belangrijkst.

Hoe lang duurt het?

De slaapregressie bij 4 maanden duurt meestal 2 tot 6 weken. Het is een fase die voorbijgaat, maar de verandering in slaapstructuur is blijvend. Hoe eerder je goede gewoontes helpt aanleren, hoe meer profijt je daar later van hebt.

Veelvoorkomende misverstanden
  • “Mijn kind went vanzelf, ik doe niks.”
    Dat kan, maar kleine aanpassingen zorgen vaak voor veel minder onrust.

  • “Ik moet het ritme strak vasthouden.”
    Te rigide zijn werkt juist averechts. Kleine stapjes zijn vriendelijker voor het lichaam van je kind.

Tot slot

Binnen een week zijn de meeste kinderen gewend aan de wintertijd. Blijf letten op voldoende slaap, rustige ochtenden en regelmaat.
En onthoud: jij kent je kind het beste – volg zijn of haar signalen en pas het tempo aan dat daarbij past.

De wintertijd hoeft geen slaapprobleem te worden. Met wat voorbereiding, licht, rust en liefdevolle consistentie kom je samen weer in balans.

Heb je toch meer hulp nodig, dan kijk ik graag met je mee. Je kunt een consult of traject bij mij boeken.  

Help, ik boek een consult of traject

Volg Lullabé op

De Lullabé update

Gratis tips, inzichten en inspiratie.

Ja, dit wil ik!